Wat is een statische hoogwerker:
Deze hoogwerkers hebben geen contragewicht. Ze worden gestempeld en zijn bij het gebruik niet verrijdbaar. Het werkplatform kan verticale en horizontale bewegingen maken.
Inhoud:
Deze opleiding omvat 3 uur theorie in groep en 1 tot 5 uur praktijk per deelnemer.
Theorie:
- Wetgeving
- De basiskennis van de wetgeving kennen: ARAB, Codex, aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden.
- Risico’s en ongevallen
- Risico’s eigen aan toestellen en ruimte kunnen vaststellen, analyseren en controleren.
- Veiligheidsvoorschriften
- Kennen van de veiligheidsvoorschriften zoals daar zijn: stempelen hoogwerker, stempeldruk, veilig in- en uitstappen, maximaal platformbelasting, binnen het werkplatform blijven, elektrocutierisico, omgevingsrisico’s (vb. oneffen, onverhard terrein, smalle plaatsen, hellingen, beperkte zichtbaarheid), dragen van valbeveiliging, afbakenen van de werkplaats, signalisatie, regels bij het rijden, risico’s afknellen ledematen, risico’s batterijen.
- Diverse types en keuringsvereisten
- Verschillende types van hoogwerkers + keuringsvereisten
- Kennis van structuur van de arm: hoofdarm, telescoopdelen, jibarm, riser, stabiliteitsregels, kantelmoment, vluchthoogte diagram, inwerking van dynamische krachten. Invloed van de wind op de hoogwerker.
- Bedieningsorganen
- Gegevens kenplaat, pictogrammen, remsysteem, besturingssysteem, noodstop, dodemansbediening, nooddaalinrichting, ontwerp van het werkplatform, lastmoment begrenzer, gyroscoop, hulpmiddelen horizontale opstelling.
- De elementen kennen waaruit de startcontrole bestaat: meldingsplicht en procedure buiten dienst stelling, controle optische en akoestische signalisatie, controle vloeistofniveau’s, schade aan het toestel, controle van de banden, batterijlader, functionele test van het toestel, test van nooddaalinrichting, lekkages hydraulisch systeem.
- Veilig werken
- Laaddiagram, stabiliteit en lastmomentbegrenzer. Weten hoe het toestel veilig te gebruiken, tot welke hoogtes en hellingshoeken. Weten welke controles en handeling uit te voeren bij het einde van het werk (parkeren, opladen batterijen, bijtanken)
Praktijk:
- Dagelijkse inspectie juist kunnen uitvoeren, herkennen van gevaarlijke defecten en ze melden
- Keuringsdocumenten controleren
- De veiligheidsregels toepassen
- Stempelen
- Een veiligheidsharnas juist leren gebruiken
- Bedienen van het nooddaalsysteem
- De bedieningsorganen correct kunnen gebruiken
- Een goede rijtechniek hanteren: vooruit, achteruit, draaien, parkeren.
- Volgende manoeuvres kunnen uitvoeren: draaigedrag en bochtenwerk voor- en achteruit, passeren nauwe doorgangen, een object naderen in de hoogte, aftoppen naar maximale vlucht, juist gebruiken van de telescooparm, kunnen schatten van afstanden, diepte en hoogte.
- Orde en netheid toepassen (vb. werkplatform, vallende voorwerpen)
- Het toestel veilig kunnen opstellen
- Het gebruik van de noodbediening
- Gecontroleerd manoeuvreren, platform op maximale hoogte brengen